Onderzoek

OPERA

 (Optimaal PERsoonsgericht Antidepressivagebruik) -studie

 Periode 1 januari 2019 – 1 december 2025

Status: lopend

Financiering: ZonMw

Achtergrond

In Nederland gebruiken ruim 150.000 depressieve patiënten langer dan een jaar antidepressiva. Veel patiënten hebben hier baat bij, maar langdurig gebruik leidt ook tot bijwerkingen en vermindert gevoel van herstel. Behandelrichtlijnen adviseren om bij remissie na een eerste depressieve episode minimaal zes maanden door te behandelen met antidepressiva. Toch weten we niet of, wanneer en bij wie AD daarna kunnen worden afgebouwd. Dit geeft onzekerheid, zodat behandelaars afwachten en patiënten vaak zelf het initiatief moeten nemen tot afbouw. Daardoor vindt afbouw niet of verlaat plaats. OPERA zal hier meer inzicht in geven.

Doelstellingen

OPERA onderzoekt 1) wanneer en bij wie de depressie herstelt na de start van citalopram of sertraline, en 2) of, wanneer en bij wie afbouw mogelijk is bij patiënten die ten minste 6 maanden hersteld zijn van een depressie behandeld met citalopram of sertraline.

Onderzoeksopzet

OPERA wordt uitgevoerd door de afdelingen huisartsgeneeskunde en psychiatrie van 5 UMCs waaronder het UMC Groningen. Het onderzoek bestaat uit twee delen. Deel 1 is OPERA-monitor: een open-label behandelcohort (n ≈ 2000) van volwassen patiënten (18-75 jaar) met een depressie, die in de afgelopen twee maanden zijn gestart met citalopram of sertraline. Doel is om met vragenlijsten en telefonische interviews in kaart te brengen wanneer en bij wie stabiele remissie van depressie optreedt. Deel 2 is OPERA-afbouw. In OPERA-afbouw worden 400 herstelde patiënten uit de OPERA Monitor dubbelblind gerandomiseerd (1:1) naar a) vroege afbouw of b) late afbouw. Hierbij worden citalopram (10-40mg) of sertraline (50-200mg) in 4 tot 8 weken placebogecontroleerd afgebouwd. Na één jaar zijn beide groepen afgebouwd. Patiënten worden in totaal 2 jaar gevolgd. De primaire uitkomstmaat is de tijd zonder terugval in een depressie. Secundaire uitkomsten zijn kwaliteit van leven, dagelijks functioneren, bijwerkingen en onttrekkingsverschijnselen. Daarnaast wordt gekeken naar kosteneffectiviteit en voorspellers van afbouwsucces. Een externe referentiegroep van 200 patiënten wordt ook gevolgd om de generaliseerbaarheid van de uitkomsten te onderzoeken.

 Het onderzoek wordt geleid vanuit de afdelingen huisartsgeneeskunde en psychiatrie van het Amsterdam UMC. Wij hopen in het UMC Groningen samen met het Universitair Centrum Psychiatrie (UCP) 400 patiënten te includeren in de OPERA-monitor en 80-120 in de OPERA-afbouwe.

Samenwerking

UCP (UMCG). Afdelingen huisartsgeneeskunde en psychiatrie van Amsterdam UMC, RadboudUMC, LUMC, Erasmus MC.

Projectgroep UMCG

Dr. S.M. (Sjoerd) van Belkum – onderzoeker, psychiater

Prof. dr. R.S. (Robert) Schoevers, onderzoeker, afdelingshoofd UCP

Prof. dr. M.Y. (Marjolein) Berger, onderzoeker, afdelingshoofd huisartsgeneeskunde

Drs. M. (Maartje) Hofman, onderzoeksassistent

Drs. M.I. (Mirjam) Schmitz, onderzoeksassistent

Dr. H. (Huibert) Burger, onderzoeker, arts-epidemioloog

 

Voor meer informatie of aanmelding als patiënt/hulpverlener kijk op www.opera-project.nl, of neem contact op met h.burger@umcg.nl